Houtstook

In de herfst en winterperiode worden de houtkachels, open haarden en pelletkachels weer vaak gebruikt. Ze brengen sfeer in huis. Voor de omgeving kan het minder gezellig zijn, want zij kunnen last hebben van de rook.

De rook die bij het stoken van hout vrijkomt, bevat schadelijke stoffen. Deze stoffen veroorzaken luchtvervuiling en kunnen schade aan de gezond van uzelf en anderen aanrichten. Zeker bij windstil weer of als het mistig is, blijft de rook lang hangen. Stook daarom liever niet of zo min mogelijk.

8 tips om minder rook- en geuroverlast te veroorzaken

Wilt u toch de houtkachel, open haard of pelletkachel aansteken? Met een paar simpele tips kunt u de overlast beperken:

Laat de houtkachel, pelletkachel of open haard uit bij windstil of mistig weer. De rook blijft dan langer hangen en u heeft rondom het huis veel luchtvervuiling en rook- en geuroverlast. Kijk op de Stookwijzer. Zo weet u wanneer het vuur beter uit kan blijven.

Vochtig hout brandt niet goed en geeft extra rook en fijnstof. Wilt u zelf hout hakken? Droog het hout minstens 2 jaar. Het hout is pas droog als het gebarsten is of als de bast loslaat. Gebruik een vochtmeter om te meten of het hout een vochtigheidsgehalte tussen 15 en 20% heeft. En gebruik alleen haardhout met het FSC- of PEFCkeurmerk. Dat garandeert dat het uit verantwoord beheerd bos komt.

Bij verbranding van geverfd of geïmpregneerd hout komen zware metalen vrij. Het is daarom ook verboden om bewerkt hout te verbranden. Ook (spaan)plaat en laminaatvloeren horen níét in de houtkachel of open haard. Dit vanwege de lijm die erin zit. Stook ook geen papier en karton. Het geeft veel rook en vliegas en is daarom verboden als brandstof.

De manier van ontsteken van de kachel is van grote invloed op het beperken van (schadelijke) stoffen. Volg daarom altijd de instructies bij de kachel of haard voor het vullen en aansteken van het vuur. Als instructies ontbreken, gebruik dan de Zwitserse methode om vuur aan te steken: plaats het hout kruislings op elkaar, van dikke blokken hout onderin naar dunne losse houtjes en aanmaakmateriaal bovenop. Maak het vuur van bovenaf aan en niet van onderop.

Dit is een stuk veiliger. U heeft dan minder kans op een schoorsteenbrand.

Het hout kan dan beter verbranden waardoor u minder schadelijke stoffen heeft. Laat het vuur niet 'smoren'. Het hout verbrandt dan niet volledig waardoor er meer schadelijke stoffen ontstaan. Ga bij de vakexpert (of handleiding) na wat de werkwijze is voor uw haard of kachel.

Of zet een raampje open. Vooral bij oudere kachels is het belangrijk dat het vuur lucht kan aantrekken, zodat de rook via de schoorsteen kan worden afgevoerd en er geen schadelijke stoffen blijven hangen. Bij nieuwe kachels wordt vaak automatisch de lucht van buiten aangevoerd.

Een goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen. Ook komt er bijna geen rook uit de schoorsteen. Oranje vlammen en donkere rook geven aan dat de verbranding niet goed is. U kunt dit verhelpen door te zorgen voor meer luchtaanvoer.