Maaien

Bunnik, Odijk en Werkhoven bestaan voor een groot deel uit gras. Het gras heeft verschillende functies, die allemaal vragen om een eigen manier van maaibeheer. Zo wil gemeente Bunnik het gras in onze gemeente zo goed mogelijk onderhouden.

We maaien het gras in de openbare ruimte op verschillende momenten van het jaar. Op sommige plekken maaien we minder vaak, zodat insecten, vogels en andere dieren voedsel kunnen vinden in de grasaren en zaden. Ook krijgen andere kruiden de kans om te groeien en zich uit te zaaien. Dit is goed voor de biodiversiteit en helpt tegen de hitte.

De grasvelden om te spelen, voetballen, picknicken of de hond uit te laten maaien we regelmatig. Zo houden we het kort. Dat doen we soms (bijna) elke week. Het aantal maaibeurten hangt af van hoe snel het gras groeit. Bij droogte groeit het gras bijna niet. Als de bodem te nat is, maaien we niet om schade aan het grasveld te voorkomen. Zo kan iedereen er veilig en met plezier gebruik van maken.

Bermen langs wegen, sloten en buiten de bebouwde kom worden minder vaak gemaaid. Zo krijgt het gras de kans om langer te groeien en kunnen er grassen, kruiden en bloemen ontstaan. Dit is goed voor de natuur, want het biedt voedsel en schuilplekken voor insecten, vogels en kleine dieren. Ook houdt de bodem beter vocht vast en neemt die regenwater beter op.

Natuur en verkeersveiligheid zijn allebei belangrijk. Daarom maaien we het grootste deel van het bermgras twee keer per jaar. Het maaisel wordt dan weggehaald door de aannemer. Langs wegen en paden maaien we een strook van ongeveer één meter. Alleen dit gedeelte van het bermgras maaien we vaker, namelijk zes keer per jaar. Zo voorkomen we dat het gras op de weg komt en dan blijft het veilig voor het verkeer.

In sommige delen van onze gemeente is gras ingezaaid met kruiden en bloemen. Net als bij het bermgras, wordt dit gras minder vaak gemaaid. Het maaibeheer zorgt ervoor dat de grassen en kruiden kunnen bloeien en hun zaden zich kunnen verspreiden. Zo kunnen ze het volgende jaar weer groeien. De bloemen zijn vaak klein en moeilijk te zien. Net als het bermgras helpt het dieren en insecten en zorgt het voor minder hitte in warme periodes.

Op de meeste plekken maaien we dit gras één keer per jaar. Het maaisel blijft op sommige plekken even liggen, zodat zaden in de bodem kunnen vallen en dieren op zoek kunnen gaan naar een nieuwe schuilplek. Het maaisel wordt daarna opgeruimd.

De soorten die we zaaien, veranderen elk jaar. Dat komt omdat sommige gras- en bloemsoorten toch beter passen bij de bodem en/of sneller kunnen groeien. In onze gemeente hebben we veel kleigrond, dat rijk is aan voedingsstoffen en waar gras snel groeit. Bloemen en sommige kruiden hebben het daar moeilijker. Bij het beheer proberen we voor zoveel mogelijk variatie en biodiversiteit te zorgen. Dit doen we bijvoorbeeld door te maaien op verschillende momenten. Het lukt niet altijd om een kleurrijk beeld te houden bij bloemrijkgras.

Door klimaatverandering wisselen droge periodes en hevige regenbuien elkaar vaker af. Bij droogte maaien we minder, omdat gras dan nauwelijks groeit. Bij regen stellen we het maaien uit, omdat nat gras moeilijk te maaien is en de kwaliteit achteruitgaat. We pakken het weer op bij de volgende maaibeurt om het gras gezond te houden.

Dankzij het maaibeleid van de gemeente is er een goede leefomgeving ontstaan voor insecten, vogels en andere dieren. We controleren regelmatig de aanwezige flora en fauna en passen onze werkzaamheden aan wanneer dat nodig is. Zo houden we rekening met de planten en dieren in de omgeving.

Gemeente Bunnik wil voorkomen dat planten die te veel groeien en schade veroorzaken zich verder verspreiden. Denk aan de braam, Japanse duizendknoop en berenklauw,

Bij de Japanse duizendknoop is het soms beter om niets te doen, omdat afgemaaide delen weer nieuwe planten kunnen worden. Soms moet de plant wel verwijderd worden. Het maaisel wordt dan veilig afgevoerd en vernietigd. De berenklauw is gevaarlijk omdat de bladeren brandwonden kunnen veroorzaken. Om verspreiding te voorkomen, moeten we de bloemen op tijd verwijderen. Elke plant heeft dus een eigen aanpak.

We willen het groen in onze gemeente goed beschermen en verbeteren. Groen helpt de leefbaarheid, gezondheid, natuur en het klimaat. Daarom willen we waar mogelijk meer groen toevoegen. In woonwijken is het mogelijk om zelf bij te dragen aan meer groen. Bijvoorbeeld door planten rondom een boom te plaatsen of samen het groen te onderhouden. Ook met het maaibeheer dragen we hieraan bij. Meer hierover leest u in de Groene Koers.

U kunt zelf ook helpen aan een fijne en groene leefomgeving. Bijvoorbeeld door uw eigen tuin groener te maken. Een groene tuin helpt om het in de zomer koeler te houden. Bij veel regen zorgt groen ervoor dat het water beter in de grond zakt, zodat het riool minder vol raakt. Op de website van Klimaatklaar(Verwijst naar een externe website) vindt u tips om uw tuin te vergroenen.