De tweede ronde
Woensdag 13 november 2024
Deze column schrijf ik aan de vooravond van mijn herbenoeming. Op dinsdag 12 november komt de commissaris van de Koning, Hans Oosters, naar Bunnik om mij opnieuw te beëdigen als burgemeester. Het is best bijzonder hoe dat gaat in onze provincie. Elders in het land mag je voor de herbenoeming naar het provinciehuis, maar hier in Utrecht doet de commissaris de herbeëdiging in een buitengewone vergadering van de gemeenteraad in het gemeentehuis. Zo ook aanstaande dinsdag in het gemeentehuis in Odijk. Dan zit mijn eerste termijn als burgemeester van Bunnik erop en begin ik aan mijn tweede termijn.
De zes jaar dat ik nu burgemeester ben zijn omgevlogen. Voor mijn gevoel ben ik pas een jaar of vier burgemeester. Dat komt ongetwijfeld door de twee coronajaren, waarin veel niet kon. Voor iedereen was dit natuurlijk een nare tijd: voor jongeren en ouderen, voor de verenigingen en voor de ondernemers. We konden elkaar niet ontmoeten en ik heb dat toen erg gemist.
De zes jaar zijn ook zo snel gegaan, omdat ik het zo naar mijn zin heb als burgemeester van Bunnik. Dat geldt zowel in het gemeentehuis, waar het goed samenwerken is met de gemeenteraad, met de wethouders en met de medewerkers in de ambtelijke organisatie. Het geldt zeker ook buiten het gemeentehuis in onze dorpen. Ik geniet van de vele ontmoetingen die ik met de inwoners van Bunnik, Odijk en Werkhoven mag hebben. Ik heb hen leren kennen via een-op-een gesprekken en bij de vele initiatieven en activiteiten die er worden georganiseerd. Het is een voorrecht om daar als burgemeester bij te mogen zijn.
Over drie maanden word ik 65 jaar, maar ik moet er niet aan denken om al te stoppen. Mijn gezondheid is goed en ik barst van de energie. Die wil ik de komende jaren graag inzetten voor Bunnik en voor de inwoners.
Meer columns lezen?
Het college van burgemeester en wethouders schrijft om en om een column over actuele onderwerpen. Lees alle columns op onze website.