Herontwikkeling Herenstraat
Welstandscriteria
Werkhoven
PROJECT
Welstandscriteria herontwikkeling Heeren van Werkhoven
Werkhoven
Projectnummer: SR210111
INITIATIEFNEMER
Kalliste Woningbouwontwikkeling BV
OPSTELLER
Buro SRO
t Goylaan 11
3525 AA Utrecht
Contactpersoon: John van de Zand
T 030 - 267 91 98
E utrecht@buro-sro.nl
DATUM & STATUS
24 november 2021
3
1. Inleiding 5
1.1 Aanleiding en doel 5
1.2 Plangebied 5
1.3 Leeswijzer 5
2. Welstandscriteria bebouwing 7
2.1 Beeldambitie en sfeer 7
2.2 Situering 7
2.3 Massa en vorm 7
2.3 Gevelkarakteristiek en detaillering 9
2.4 Kleur- en materiaalgebruik 9
3. Welstandscriteria buitenruimte 11
3.1 Beeldambitie en sfeer 11
3.2 Verharding 11
3.3 Beplanting 11
3.4 Erfafscheidingen 11
3.5 Parkeren 13
3,6 Afval
Inhoud
4
Herenstraat
Herenstraat
Zwaanweg
Bovenkamp
5
< Globale ligging plangebied binnen Werkhoven.
1. Inleiding
deze wijze wordt de kwaliteit van de verschijningsvorm
van de bebouwing en de inrichting van de buitenruimte
gewaarborgd.
Deze welstandscriteria zijn richtinggevend en geven
de beoogde sfeer en kwaliteit aan, maar zijn dermate
exibel dat ontwerpers er een eigen invulling aan kun-
nen geven. De criteria zijn geen blauwdruk, maar tippen
principes (niet uitputtend) aan om tot de beoogde sfeer
en ruimtelijke kwaliteit te komen. Indien met andere
principes hetzelfde wordt bereikt dan is dit ‘in de geest
van deze welstandscriteria’ en wordt daarmee ook aan
de criteria voldaan.
1.2 Plangebied
De locatie ligt in de kern van Werkhoven in de gemeente
Bunnik, in een punt tussen de Zwaanweg en de Heren-
straat. Aan de noord- en oostzijde grenst het plangebied
aan percelen van bestaande woningen en voor een
klein gedeelte direct aan de Herenstraat. Aan de zuidzij-
de wordt het plangebied begrensd door een buurtsuper
die gelegen is aan de Zwaanweg. De westzijde van het
plangebied grenst deels aan de Zwaanweg.
1.1 Aanleiding en doel
Het plangebied, tussen de Herenstraat en de Zwaan-
weg in Werkhoven, was tot voor kort in gebruik als
loonwerkersbedrijf. Het voornemen bestaat om hier
woningbouw te ontwikkelen. Voor deze locatie is een
uitwerkingsplan opgesteld, op basis van een steden-
bouwkundig plan met 29 woningen. Het stedenbouw-
kundig plan is onderdeel van het uitwerkingsplan en
met de vaststelling van het uitwerkingsplan kan het
stedenbouwkundig plan als een gegeven worden be-
schouwd.
Het stedenbouwkundig plan gaat in op de verkaveling,
de situering, de typologie, de bouwmassa en de oriën-
tatie van de woningen en op de indeling van de nieuwe
woonbuurt met straten, parkeerplaatsen en groene
ruimten. Het stedenbouwkundig plan gaat echter niet
in op welstandscriteria ten aanzien van de bebouwing
en de openbare ruimte. Ook in de regels van het uit-
werkingsplan komt dit niet aan bod. Om die reden is dit
separate document opgesteld. Doel van dit document
is om binnen de kaders van het uitwerkingsplan en het
stedenbouwkundig plan nadere welstandscriteria voor
de buitenruimte en de bebouwing te formuleren. Op
Het plangebied heeft een omvang van circa 5.000 m².
1.3 Leeswijzer
Na deze inleiding volgen in hoofdstuk twee de wel-
standscriteria voor de bebouwing en in hoofdstuk drie
de welstandscriteria voor de (openbare) buitenruimte.
Na een algemene omschrijving van het streefbeeld
komen daarbij steeds de specieke onderdelen aan
bod. Ter illustratie van de stedenbouwkundige context
is op de pagina hiernaast een afbeelding van het ste-
denbouwkundig plan (zoals dat als onderdeel van het
uitwerkingsplan is opgenomen) weergegeven.
Referentiebeelden
In dit document wordt gebruik gemaakt van
referentiebeelden. Met deze beelden wordt
een mogelijke uitwerking/sfeer weergegeven
zonder dat dit een letterlijke uitwerking dient
te zijn.
66
Stedenbouwkundig plan
(zoals opgenomen als bijlage bij het uitwerkingsplan)
7
2. Welstandscriteria bebouwing
2.1 Beeldambitie en sfeer
Het nieuwe buurtje voegt zich in de bestaande structuur
van Werkhoven. Daarbij is de dorpse schaal, passend bij de
structuur van de kern Werkhoven en afgestemd op de lig-
ging aan de Zwaanweg en Herenstraat, het uitgangspunt.
Een afwisseling in traditionele, maar eigentijdse architec-
tuur is daarbij het uitgangspunt. Daarbij wordt gerefereerd
aan de architectuur in de directe omgeving, maar dan met
een moderne twist.
2.2 Situering
Woonblokken worden in de verplichte voorgevelrooilijn
geplaatst. Voorgevels kunnen licht verspringen;
De oriëntatie van de gebouwen is gericht op de aanlig-
gende openbare ruimte.
2.3 Massa en vorm
De bouwhoogte voor zowel grondgebonden woningen
als appartementengebouw is 2 lagen met een kap met
een maximale goot- en bouwhoogte van 7 en 11 meter;
Binnen de hoofdmassa zijn bebouwingsaccenten toe-
gestaan. Op twee locaties zijn dit (conform het SP) ver-
plichte accenten:
Ter hoogte van de Ambachtstraat vormt
de tweekapper een bebouwingsaccent. Dit
accent krijgt vorm door toepassing van twee
dwarskappen haaks op het lint en een lichte
verspringing van de voorgevel. Het accent
wordt gecomplementeerd door toepassing van
een erker als kopersoptie ter plaatse van de
zuidelijke straatgevel;
Ter hoogte van de entree tot de wijk komt
een tweede verplicht bebouwingsaccent.
De laatste twee rijwoningen krijgen hier
een lichte verspringing van de voorgevel ten
opzichte van de aangrenzende woningen in
combinatie met toepassing van een erker
aan de voorgevel van de hoekwoning. De
straatgevel op de kopse kant wordt daarnaast
voorzien van een entree en meerdere
Zwaanweg
Zwaanweg
Herenstraat
Bovenkamp
Herenstraat
bebouwing
bijzondere kap
erker aan straatgevel
voorgevel en orientatie
verplicht accent
Zwaanweg
Zwaanweg
Bovenkamp
Herenstraat
bebouwing
bijzondere kap
erker aan straatgevel
voorgevel en orientatie
verplicht accent
oriëntatie en accenten
gevelopeningen. Aan de overzijde van de
entree krijgt de kopse straatgevel eveneens
een erker teneinde een representatief beeld
aan de weg te creëren;
Kapvorm is evenwijdig of haaks op de aanliggende
woonstraat;
Het appartementengebouw krijgt een bijzondere kap.
Deze begint na de tweede bouwlaag, zodat passend
aan wordt gesloten op de maat en schaal van de tegen-
overliggende rijwoningen aan hetzelfde straatje;
Bijgebouwen staan zoveel mogelijk uit het zicht op het
achterperceel. Daar waar zicht is vanuit het openbaar
gebied dienen bergingen in combinatie met groene
erfafscheiding in samenhang te zijn, zodat ook dit bin-
nenterrein een aantrekkelijke en eenduidige uitstraling
krijgt;
Bijgebouwen worden zoveel mogelijk gecombineerd
met elkaar en aan de erfgrens gepositioneerd.
Bijgebouwen worden eenvoudig uitgevoerd met hoog-
waardige materialen.
Referentiebeeld appartementen Referentiebeeld rijwoningen
Referentiebeeld bergingen in hout
Referentiebeeld nestkast
Bijzonder metselwerk, twee kleuren, kozijnen in neutrale kleurstelling
GSPublisherVersion 233.92.93.100
2101 Herontwikkeling Herenstraat Werkhoven
i.o.v. Kalliste Woningbouwontwikkeling BV 22-04-2021 baksteen Engels
2101
1:4,45
baksteen roodbruin licht
baksteen donker
kozijn licht grijs
Engels Quarzite
Engels Iroko
voeg bijvoorbeeld:
Megamix 3010
Megamix 3033
GSPublisherVersion 233.92.93.100
2101 Herontwikkeling Herenstraat Werkhoven
i.o.v. Kalliste Woningbouwontwikkeling BV 22-04-2021 baksteen Engels
2101
1:4,45
baksteen roodbruin licht
baksteen donker
kozijn licht grijs
Engels Quarzite
Engels Iroko
voeg bijvoorbeeld:
Megamix 3010
Megamix 3033
Referentiebeeld aantrekkelijke kopgevel. Erker als kopersoptie.
Balkons met hoogwaardige vormgeving
Galerijen met hoogwaardige vormgeving
99
2.3 Gevelkarakteristiek en detaillering
De gevelindeling is rustig en eenvoudig;
Naast de twee verplichte accenten vindt er binnen de
volumes van de rijwoningen variatie plaats om een te
repetitief straatbeeld te vermijden. Lichte sprongen in
de gevels, uitsparingen, ramen tot het maaiveld, ge-
metselde borstweringen, verbijzonderingen in het met-
selwerk, franse balkons en een wisselend kleurgebruik
zorgen hiervoor. Aan het lint onderscheiden de midde-
len voor variatie zich ten opzichte van de rest van het
plangebied;
De detaillering van de blokken met deze elementen
wordt zorgvuldig uitgevoerd. De elementen zijn passend
bij elkaar zodat er een rustig maar afwisselend straat-
beeld ontstaat;
Gevelopeningen zijn staand;
Nadrukkelijk aandacht voor straatgevels door bijv. open-
gewerkte gevels, entree, verbijzonderingen in metsel-
werk, etc.;
Blinde gevels zijn, mist noodzakelijk, niet toegestaan;
Waar mogelijk worden in de gevel nestkasten toegepast;
Balkons en galerijen krijgen een hoogwaardige vormge-
ving en afgeschermd door hekwerken en/of glas. De bal-
kons aan de straatzijde van het appartementengebouw
krijgen een lichte, onopvallende constructie en zijn daar-
door ondergeschikt aan het hoofdvolume;
Het appartementencomplex krijgt een duidelijk vorm-
gegeven entree, deze entree wordt zichtbaar gemaakt
vanaf de toegangsstraat tot het parkeerterrein;
Dakkapellen (optioneel) worden bij de grondgebonden
woningen mee-ontworpen;
Zonnepanelen worden evenwichtig in het dakvlak inge-
past en installaties zoveel als mogelijk uit het zicht, vanaf
openbaar gebied, geplaatst.
2.4 Kleur- en materiaalgebruik
Alle gebouwen kennen een terughoudend kleurgebruik
met een warme uitstraling;
Variatie in kleurgebruik is beperkt. Alle volumes zijn dui-
delijk familie van elkaar en in samenhang vormgegeven;
Gevels van baksteen variëren in kleur: licht of donker
roodbruin. Bakstenen smetlaag kleur donker roodbruin.
Kappen voorzien van keramische, zwarte/antraciete
pannen;
Licht grijze kozijnen;
Bergingen in hout uitvoeren;
De detaillering, het materiaal en het kleurgebruik van de
dakkapel is passend bij het hoofdgebouw;
Aandacht voor HWA en overige materialisatie.
10
Straatstenen in duurzame kwaliteit in grijs - rood kleurnuance
(Kleurstalen van MBI)
20-5-2021
Kleurenwaaier 2019-w
download.mbi.nl/books/jvhy/#p=29
3/3
20-5-2021
Kleurenwaaier 2019-w
download.mbi.nl/books/jvhy/#p=29
1/3
20-5-2021
Kleurenwaaier 2019-w
download.mbi.nl/books/jvhy/#p=24
1/3
Trottoir en rijbaan op één niveau
Representatieve boomspiegels
Parkeervakken in een donkere steen met passe-partout
11
Straatstenen in duurzame kwaliteit in grijs - rood kleurnuance
(Kleurstalen van MBI)
3. Welstandscriteria buitenruimte
3.1 Beeldambitie en sfeer
Inrichtingselementen als verlichtingsmasten, afvalbak-
ken en hekwerken krijgen over het gehele gebied een
uniforme vormgeving conform de lijst van de gemeen-
te. Uitgangspunt is een rustig, neutraal en eigentijds
beeld, waarbij deze elementen zich onopvallend schik-
ken in hun groene en bebouwde context.
3.2 Verharding
Straat en trottoir is op één niveau bedacht (evt. met
schuine kantopsluiting rondom het appartementen-
complex). Met kleurverschil in de verharding wordt de
loopstrook aangeduid. Dit om het verkeer langzamer te
laten rijden en ‘op bezoek’ te laten zijn. Ook geeft dit
meer de uitstraling van een informeel woonerf.
Voor de materialisering van rijbanen, trottoirs en par-
keervakken is het streven een rustig en eenduidig
beeld. Uitgangspunt is een hoogwaardige kleurvaste
betonstraatsteen in warme rood- en grijstinten. Mol-
goten zijn in hetzelfde materiaal uitgevoerd en hoeven
zich niet in kleur te onderscheiden.
3.3 Beplanting
De groeninrichting van de openbare ruimte draagt in
belangrijke mate bij aan de sfeer en leefbaarheid van
de buurt. Belangrijk is het om de beplanting zo te kie-
zen dat het enerzijds een robuuste (groene) sfeer uit-
straalt en anderzijds zoveel als mogelijk aansluit bij het
bestaande groen van de omgeving.
Er wordt voorzien in een aantal bomen in de openbare
ruimte zoals voorzien in het SP en aangeduid op de the-
makaart ‘groen’. De locatie van de bomen is gekoppeld
aan het parkeren.
De boomspiegels worden beplant met robuuste vaste
planten of lage heesters.
Uitgangspunten voor de beplantingskeuze zijn:
ecologische waarden;
voorkeur voor inheems;
• onderhoudsvriendelijk;
• ziekteresistent;
geen overlast met luis ‘drup’;
jaarrond aantrekkelijk.
Bij de aanplant van de bomen moet rekening gehou-
den worden met voldoende bewortelbare ruimte en het
plantvak verbeterd worden met bomengrond.
Naast bomen in de openbare ruimte worden er in de
tuinen (fruit)bomen voorzien. De worden gesitueerd
voor de straatgevels op hoeken die duidelijk zichtbaar
zijn vanaf de openbare ruimte. Het cluster bergingen
ter hoogte van het parkeerterrein wordt deels groen
ingepakt door een pergola met klimplanten. Ten slotte
dragen groene parkeerplaatsen bij aan de groene uit-
straling van het plan als geheel.
3.4 Erfafscheidingen
Erfafscheidingen vormen de overgang tussen de kavel en
de private of openbare buitenruimte en zijn beeldbepalend
in het straatbeeld. In het plan wordt gebruik gemaakt van
lage en hoge hagen en hoge begroeide hekwerken (circa
2m hoog). Voor het hele plangebied worden twee hoogtes
van erfafscheidingen toegepast.
12
Lage haag bij voortuinen Staafmat- of gaashekwerk met hedera bij privéruimtes
Referentiebeeld wonen en parkeren
13
De voorzijden van de woningen krijgen lage erfafscheidin-
gen (hagen) om de overgang van openbaar en privé een
eenduidige groene uitstraling te geven.
Extra aandacht dient uit te gaan naar de kopgevels die aan
de openbare ruimten grenzen. Bij deze kopgevels loopt de
lage erfafscheiding de hoek om, waarna hij halverwege de
kopgevel over gaat in een hoge erfafscheiding.
Voor de overige ruimte, waarbij de privéruimtes aansluiten
op het openbaar gebied of de achterpaden, is het belang-
rijk om één soort erfafscheiding toe te passen, zodat de
ruimtes een rustige uitstraling krijgen. Deze achter- en
zijtuinen worden afgeschermd met een staafmat- of
gaashekwerk in de kleur antraciet grijs van 1.80 meter
hoog, begroeid met Hedera. Waar nodig wordt een toe-
gangspoort ingepast.
3.5 Parkeren
In het plangebied worden parkeerplaatsen gereali-
seerd in openbaar gebied en op privégrond (oprit). De
parkeerplaatsen in het openbaar gebied kunnen wor-
den uitgevoerd in twee typen materialen: betonstraat-
stenen of grasbetonstenen. Beiden worden uitgevoerd
in een zelfde verhardingsmateriaal en kleur. De lang-
sparkeervakken worden uitgevoerd in stenen in een
donkere kleur met een passe-partout om de vakken
onderling aan te duiden. Wanneer de parkeervakken
niet kunnen afwateren in het groen worden molgoten
en straatkolken toegepast.
3.6 Afval
Afval wordt ingezameld middels minicontainers. In
overleg met de afvalverwerking wordt dit ondergronds
ingezameld. Dit zal buiten het plangebied plaatsvinden.
stedenbouw + ruimtelijke ordening + ontwikkelingsmanagement
buro-sro.nl